Hij ging naar het dorp en klopte aan bij zijn vriend, de smid. Deze luisterde aandachtig naar zijn verhaal en besloot hem te helpen. "Je moet je kunnen verdedigen tegen struikrovers, maar ook tegen tijgers" zei hij. "Omdat we niet weten hoe lang je reis zal duren, moet je een wapen hebben, waarmee je je kunt verweren, maar dat geen zware ballast vormt." En de smid smeedde een zwaard en maakte het zwaard vast aan een lange stok. Zo had de arme boer in één klap een wapen en een wandelstok!