"Jij lelijke kippenkop",
sprak de boer,
"Ik zal je leren."
Hij dook boven op de tijger en deelde hem een paar rake klappen uit.
Daar had de tijger niet van terug.
Zodra de boer zijn greep iets verslapte ging de tijger er als een haas vandoor.
De boer zag hem in de donkere nacht verdwijnen en dacht:
"Is dat nou een tijgerhaas of een haastijger?"
Want dat had zijn oude meester hem niet geleerd.